De kannibalen van Polynesië
Oude foto van kannibalen op Polynesische eilanden. Ze dragen kleding van mensenhaar
WAARSCHUWING: dit artikel niet lezen als je niet tegen enge dingen kunt !
Op Ana’a en op andere eilanden in Polynesië woonden kannibalen, maar hoe vaak daar echt mensen werden opgegeten, weet niemand.
Bewijzen zijn er niet, op wat afgekloven botten na. Oude foto's van Polynesische kannibalen zijn allemaal in scène gezet en dus onbetrouwbaar, zoals de foto rechts
Sommige wetenschappers zeggen dat Polynesische verhalen over kannibalisme vooral ontstonden na de eerste contacten met westerlingen. Blanken zijn gek op dat soort verhalen en de Polynesiërs zogen ze graag voor hen uit hun duim .
Zoekgemaakt
Anderen hechten wel degelijk geloof aan de oude verhalen. Zij zeggen dat de eilandbewoners de bewijzen van hun vroegere kannibalisme hebben zoekgemaakt. Niemand is trots op een verleden als menseneter.
Mensenvlees schijnt vooral gegeten te zijn als wraak op de overwonnen vijand, of als eerbetoon aan een gestorven stamgenoot, of om de bijzondere eigenschappen van de dode te erven (zoals in Haaieneiland, als Roemer het vlees van de gedode krijger uit Ana’a moet eten).
Lekker
De enige verhalen waarin kannibalen mensenvlees aten omdat ze het lekker vonden, komen van Paaseiland. Daar waren vooral vrouwen en kinderen het slachtoffer van.
Onderzoeker Alfred Métraux beschrijft in zijn boek Paaseiland (1957) hoe een zekere Victoria Rapahango hem vertelde dat ze in haar jeugd de laatste kannibalen op het eiland had gekend. Zij waren de schrik van kleine kinderen. De vingers en de tenen vonden de kannibalen de lekkerste hapjes. Métraux schrijft:
Iedere Paaseilander weet dat zijn voorouders kai-tangata waren: menseneters. Sommigen maken er grapjes over; anderen worden boos over elke toespeling op deze gewoonte, die is uitgegroeid tot in hun ogen barbaars en beschamend.
Wreed
Op de Markiezen-eilanden (niet ver van Takapoto) waren de bewoners berucht om hun wreedheid. De Amerikaan A.P. Rijst bracht in 1910 enige tijd door op een van die eilanden. Hij schreef:
De Markiezers beschouwen het als een triomf om het lichaam van een dode man te eten. Zij behandelden hun gevangenen met grote wreedheid. Zij breken hun benen om te voorkomen dat ze ontsnappen. Ze breken ook hun armen zodat ze zich niet konden verzetten. Ze steken stokken in de natuurlijke openingen van de lichamen, zodat ze die kunnen ronddraaien boven een vuur.
Op de Markiezen zijn later menselijke botten gevonden waaraan duidelijk was geknaagd.
Kort geleden
In 2011 deed zich hier nog een geval van kannibalisme voor. De Duitsers Stefan Ramin en zijn vriendin Heike Dorsch bezochten met hun zeilboot de Markiezen-eilanden
Een van de bewoners, Henri Haiti deed zich voor als gids. Hij nam Stefan mee op geitenjacht. Onderweg doodde hij de veertigjarige Duitser en at hem op.
Daarna probeerde hij de vriendin te verkrachten. Maar Heike sloeg flink van zich af en wist te vluchten. De dader is inmiddels gepakt en gestraft.
Cook
Het bekendste geval van kannibalisme in Polynesië is dat van de beroemde Engelse admiraal en ontdekkingsreiziger James Cook
. Op Tahiti was Cook getuige van een mensenoffer
Daarna, op Nieuw-Zeeland, werd een van zijn mannen slachtoffer . Later, toen ze Hawaii bezochten, werd Cook zelf opgegeten. Eerst kreeg hij ruzie met de bevolking over een sloep die zoek was.
Cook zei dat de bevolking de sloep had gestolen. Om hem terug te krijgen nam hij het opperhoofd gevangen. Er onstond een vechtpartij en in de chaos schoot hij een man dood.
Aan speren geregen
Daarna werden hijzelf en vier matrozen aan speren geregen
De andere Engelsen vluchtten terug naar hun schip. Kapitein King, een van Cooks ondergeschikten, vertelde later:
"'s Nachts, in het donker, kwamen twee inboorlingen met een kano naar ons schip. Ze waren erg bang en gooiden zich aan onze voeten. Onder veel tranen vertelden ze ons dat ze een deel van het lichaam van Orono kwamen brengen. Zo noemden ze kapitein Cook. Onder zijn arm had een van hen een klein bundeltje. Verpakt in een doek had hij daar een stuk vlees. Gruwelijk! Dit was het laatste stukje, zei hij, van het lichaam van Orono. Het hoofd en de ledematen waren gebruikt in een religieuze ceremonie. De romp was aan stukken gesneden en opgegeten. Wat over was gebleven bracht hij nu naar ons, als bewijs van zijn trouw, zei hij."
Toen de Engelsen later weer op het eiland durfden vonden ze daar de restanten van een vuur met verkoolde mensenbotten. Honderd procent zeker dat die van Cook waren, zijn we niet; in die tijd bestonden geen DNA-testen.
Op Hawaii zijn ze nog lang doorgegaan met mensenoffers en kannibalisme. Pas aan het einde van de 19de eeuw maakten zendelingen en missionarissen daar een einde aan.
Nieuw-Zeeland
Ook aan de andere kant van de Polynesische driehoek werd kannibalisme bedreven. De Maori's van Nieuw-Zeeland waren berucht. Een bekend geval vond plaats in 1809 in de Whangaroa baai.
Een Engels schip, de Boyd, had aan boord een zoon van een Maori-opperhoofd. De jongen, die Te Ara heette, kreeg ruzie met kapitein John Thompson. De kapitein liet hem geselen.
Toen het schip in de baai voor anker ging, en de Engelsen aan wal gingen, namen de Maori's wraak. Alle 66 Engelsen werden vermoord, en een aantal van hen werd opgegeten
Voor de Maori's liep het ook niet goed af. De volgende dag haalden ze het schip leeg. Daarbij kwam een vonk in het kruitvat en de Boyd vloog in de lucht. Een groot aantal Maori's kwam om het leven, onder wie de vader van Te Ara.
Afgelegen
Polynesië telt veel eilanden, soms erg afgelegen, waar bijna nooit iemand komt. In 1970 zeilde de Nieuw-Zeelander Brian High er rond, samen met twee vrienden. Later vertelde hij:
"Er waren honderden eilandjes waar niet meer dan twintig of dertig mensen woonden. Toen de avond viel kwamen we bij een mooi klein eilandje, waar we voor anker gingen. Met onze rubberboot voeren we naar het strand. Ik strekte er mijn benen en zag ineens twee heuveltjes met schedels. Op sommige schedels zat nog vlees, daar zwermden vliegen omheen.
We maakten wat foto's, en daarna wisten we niet hoe snel we weer op onze zeilboot moesten komen. Omdat het al donker was en overal riffen lagen, durfden we niet weg te zeilen.
De volgende ochtend waren we omgeven door kano's. De eilandbewoners hadden speren en klommen aan boord. We moesten mee naar het eiland. Daar werden we in een halve cirkel gezet en de mannen begonnen te praten, alsof ze wilden beslissen wiens hoofd het eerst zou worden afgehakt. Wij waren doodsbang. Dat vonden ze grappig. Na een tijdje brachten ze ons terug naar onze zeilboot. Op het moment dat we wilden wegzeilen, deden ze alsof ze zich bedachten en kwamen ze ons weer achterna, zwaaiend met hun speren."
Achteraf denkt Brian High dat de eilandbewoners hen alleen maar wilden wegjagen. "Misschien wilden ze er alleen maar zeker van zijn dat we nooit meer terugkwamen."
|